BLOG 2013

1 | 2 | 3 | 4 | 5

BLOG 2012

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8
9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14
15

BLOG 2011

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8
9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14
15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20
21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27

BLOG 2010

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8

Volg ook Leonoor's Blog op de website van ZIN

BLOG 1

Bij zeer zieke mensen liggen emoties gevaarlijk dicht tegen de oppervlakte aan. Dat is niet altijd fijn. Omstanders schrikken van zo’n diepe snik en voor de patiënte is het schering en inslag.

Mijn laatste bezoek aan dokter L. of toch niet? Op weg naar het OLVG vroeg ik me af waarom ik eigenlijk nog naar dokter L. ga. De man kan niks meer voor me betekenen. Dat moet voor een arts ook moeilijk zijn. En toch was het meer dan de moeite waard. Zo’n wijze man. Een vaderfiguur. Ik vraag hem hoe hij denkt dat het verloop van de ziekte zal gaan. Het zal wegebben worden. Langzaam verdwijnen. Zoals sterrenstof bij een toverspreuk denk ik erachteraan. Ik spreek hardop uit dat ik vermoed dat me nog tussen de 5 en 7 maanden rest. De man zegt dat tussen de 2 en 5 maanden ook denkbaar is. En pats als bij toverslag doemt weer die verdomde dodencel op die dan weer op een kier, dan weer wijd open en dan weer met een reusachtig harde klap dichtvalt. Dokter L. is een aimabele man. Hij hoort ook bij dit laatste stukje. Ter ondersteuning en verlichting. Na twee jaar ken je elkaar zo’n beetje in de route die je bent gegaan. Ook al kom je nu op een doodlopende weg.

Vandaag zou de wereld vergaan en vandaag zouden wij naar een warm land zijn vertrokken in de dichte mist. Maar vandaag 21 december 2012 ben ik thuis en geniet ik van huis en haard. Mijn kinderen hebben bijna Kerstvakantie en daar zijn ze ook hard aan toe. Ik ben weer overeind gekrabbeld van een behoorlijke lichamelijke dip. Ongelooflijk waartoe een mens in staat is. Ik doe niet meer aan voorspellingen en het moet artsen verboden worden om aan voorspellingen te doen. Ik leef immers nu. Er staat een heuse kerstboom in de kamer. Met ballen en lichtjes en cadeautjes. Het moet raar lopen maar 2013 ga ik overtuigend inluiden met stiekeme plannetjes en bergen van hoop op geleende tijd die me wordt gegund door een “almacht” waar ik niets van begrijp.

De auto staat voor. Op het dak 4 poten die als soepstengels omhoogsteken. Blauwe spanbanden waaieren tikkend tegen het autoraampje. Verrassing!! Na enig buurman en buurman gehannes is de tafel los van de imperial en staat ie vol trots in de woonkamer. Nu nog naar boven! De trap op. Naar mijn slaapkamer. Ook dat lukt na wat heen en weer steken. We roepen je wel als we klaar zijn. Even later: “Kom maar boven”. Ik kijk om het hoekje van de deur. Wat ontzettend lief. Een prachtig op maat gemaakt “altaartje” van hout staat tegen mijn slaapkamermuur. Vol met schilderijtjes, foto’s, en van alles en nog wat. “Om lekker tegenaan te kijken”. We gaan een mooi nestje voor je bouwen”. Al die lieve zorgzame mensen om me heen is zo troostend. En dan ook nog eens zo smaakvol. Ik geniet met volle teugen van de houtkachel om de winter warm en gezellig door te komen. Na tien jaar vieren we Kerst 2012 gewoon in Nederland. We gingen altijd naar de zon. Heerlijk. Maar de oncoloog was duidelijk: “waarom zou je het ene bed voor het andere bed inruilen?” Dus: Wij gaan van de winter lekker nergens naar toe. Niet meer over tobben, dobbe dobbe dobbe, dobbe dobbe dobbe doe! (Jasperina de Jong)

Een etentje met mijn Brozer vriendinnen, de cameraman, producente en mijn man George. Onverwacht veel emoties over en weer. Nu we onze personages hebben losgelaten en we ons in geen enkele vorm kunnen verhullen of onthullen is er ook verwarring. Het voelt onbeschermd. Kaal. Maar we komen tot de conclusie dat dit proces nou eenmaal onveilig is. Voor iedereen. Mijke en Dorith zijn hele dagen aan het monteren. Bijna 50 uur aan materiaal. Daar kun je een paar speelfilms van maken. Er komt maar één Brozer. Dus dat is puzzelen en beslissingen nemen met alle spanningen- en inspanningen die daarbij horen.

Eerste Kerstdag met mijn zussen, zwagers, neven en nichten gevierd. Een schitterende lange mooi gedekte tafel. Zus Marianne was het gevecht met een hele reebok aangegaan. Het resultaat mocht er zijn. Ik heb er van genoten. Tweede Kerstdag met z’n viertjes. Ook hier ketsten de emoties door de kamer. Dat zijn we als gezin niet gewend. Denk dat de druk van het afgelopen jaar eruit moest. Bovendien liggen we altijd in de zon en nu is er regen en grijsheid om ons heen.

Nadat ik al verbaasd was dat ik zomaar met mijn oudste dochter een middagje gezellig samen door de stad had gesjouwd sloeg ineens de donkerte van de kanker weer toe. Vier dagen lang lag ik met heftige pijn in bed. Ik kotste gal, zag lijkbleek, was strontmisselijk, koorts en nergens toe in staat. Mijn vervangende huisarts zou tot 4 januari niet aanwezig zijn. Het is zondag en ik bel de huisartsenpost voor advies. De arts stelt voor om toch maar even te komen kijken. Twee uur later loopt een energieke vrouw met leren dokterstas en een man in groen/geel fluoriserend pak met rugzak vol medicijnen mijn slaapkamer binnen. Ze laat een pil tegen maag- en darmklachten achter, een klisma en adviseert om de volgende dag contact op te nemen met de vervangende arts van mijn vervangende huisarts. Ik neem de pil, maar kots direct met knalgele gal alles er weer uit. De klisma is vervelend maar lucht wel op. Gelukkig val ik snel in slaap van al deze opwinding. Morgen is het 31 december.

De feestdagen zijn voorbij. Iedereen is weer veilig thuis gekomen en ik ben aan de betere hand. Het is 1-1-2013. Ik durf het niet uit te spreken maar als ik in de spiegel kijk weet ik dat dit mijn laatste jaar gaat worden.
 
Onverwacht word ik weer goed ziek. Wat is dat toch? Gekmakend dat op en neer gaan. Rillend kruip ik onder de dekens. De huisarts wipt weer langs. Er zit geen grammetje vet meer aan mijn lijf. Ik weeg nog maar 58 kilo. Het dal is telkens weer dieper waar ik uit vandaan moet komen. Nu staat het jaar 2013 voor me en ik weet met al mijn vezels dat dit mijn laatste jaar zal worden. Ik zoek naar een andere toon om verder te schrijven met de blogs.

Hier is een beginnetje:

Tien minuten geleden stond er ineens een vrouw met een glimmende jas aan naast mijn bed. Ze heeft een koffertje bij zich. Ik was het totaal vergeten maar er zou inderdaad iemand langs komen om bloed af te nemen. Afgelopen week ben ik flink beroerd geweest. Vooral misselijkheid deed me de das om. Meer dan een paar slokjes bouillon of thee ging er niet in. En een lichaam is ook een machine. Er moet gewoon eten en drinken in om het zaakje draaiende te houden. De telefoon gaat. Ik neem niet op. Sorry, maar dat doe ik steeds vaker. Niet opnemen. Er zijn dagen dat ik alleen maar aan het uitleggen ben hoe het met me gaat. En dat wil ik niet. Het gaat goddomme niet goed. En het zal goddomme niet veel beter gaan. Pijn is de grootste kwelling. “Mam, ik ga nog even buitenspelen, ik hou van je”. Mijn jongste dochter steekt haar hoofd om de hoek van de slaapkamerdeur. Wat een lief kind. Hoe ga ik afscheid nemen van zo’n lief meisje. Gisteren aan tafel zei ze: “mam, ik reken op mei”! Ze doelt erop dat ik in mei er niet meer zal zijn. Wat speelt zich allemaal af in dat mooie koppie van haar. De klisma heeft niet veel geholpen. Sinds ik meer morfine naast de pleisters moet nemen heb ik last van verstopping. Geen pretje. Ik lig natuurlijk ook veel te veel in bed. Meer bewegen zou me goed doen. Als ik slaap is er niets. Geen pijn. Geen zorg. Geen vragen. De vrouw met de dikke jas drukt het watje aan en neemt 3 buisjes bloed mee. Door de Prednison heb ik verhoogd suiker gekregen. Nu gaan ze bekijken of er niet te veel aan kalk in mijn bloed zit. Dat zou een reden voor de aanhoudende misselijkheid kunnen zijn. De afgelopen week heb ik wel 4 verschillende artsen aan mijn bed gehad. Dus vier verschillende meningen. Vreemd dat geuren zo tegen kunnen staan.  Er wordt beneden een ei gebakken en de droger staat aan. De lucht doet me bijna kokken. Het bloemig zoetige van de droger en het zoute van het spek op de eieren. De hond blaft. Luid. Er staat iemand voor de deur. Ik kan niet open doen. Bij opstaan moet ik overgeven. De hond blijft blaffen. Het doet pijn aan je oren. Ik roep naar beneden. Men hoort me niet. Er worden bloemen gebracht. Telkens als George iets op facebook heeft gezet over mijn staat van zijn vallen er kaartjes in de bus en worden er weer bloemen gebracht. Het is zijn wijze om troost te vinden in deze troosteloze situatie. Zijn schrik is groot als hij me zo bleekjes ziet liggen zonder toekomst. Of ik een boodschappenlijstje wil maken? Hij rent van hot naar her. De laatste dagen hebben mijn “real” zussen het huishouden versterkt.  Was opvouwen, koken, opruimen, de hond uitlaten. Ik probeer een paar uurtjes uit bed te komen. Het bed moet verschoond en ik wil mijn haar wassen. De Buurtzorg klopt aan de deur maar ik wil dit stadium nog niet aan. Wat ik zelf kan doen, DOE ik zelf. Lekker Puh! De huisarts aan de lijn. Ze belt bijna om de dag. Het bloed ziet er goed uit. Om wat meer energie te krijgen gaan we ritalin uitproberen. Ik stem toe. Vanmorgen een stukje buiten gelopen. Ik schuifel over straat als een oude dame. Om de zo veel meter halt en rust en op adem komen. Een broze dame met een rode jas aan. Ik heb dan geen nieuwe winterlaarzen meer nodig maar een nieuwe agenda voor 2013 ga ik toch nog aanschaffen. Vooruit! 

We laten geen glamour en glitter zien. Geen wedstrijd. Of kanker als topsport. Maar “het andere gezicht” van omgaan met kanker en kanker-patiënten. Hoe je het zinloze zin kunt geven. Herkenbaar, humorvol en realistisch.

BROZER is een productie van Topkapi Films en PRPL in coproductie met de VPRO en HUMAN, met steun van het Nederlands Filmfonds en donateurs van de Stichting Ongeremd Delen.

De film is klaar, maar we willen graag dat hij ook gezien wordt. Voor marketing en publiciteit is er nog geld nodig. Als u daaraan wilt bijdragen kunt u nog steeds doneren.


BrozerOngeremd Delen


picassa