Libelle interview – Leonoor Pauw
Van: Anouk van Westerloo.
“De kunst is te leren omgaan met dat wat je niet gewenst had”
Actrice Leonoor Pauw (55) weet sinds een jaar dat ze uitgezaaide borstkanker heeft in haar longen. De artsen kunnen niets meer voor haar doen. Om het onvoorstelbare en het zinloze toch een beetje zin te geven, maakt ze er een film over, ‘Brozer’. “Weten dat je niet lang te leven hebt, dat is zoveel, dat is niet te bevatten. Dat is moeilijker dan de ziekte zelf.”
“Het idee wat ons allemaal nog te wachten staat, mijn god. Maar je zal het moeten doen...”
“Ik had dit niet zo bedacht. Mijn kinderen zijn nog jong, 13 en 16. Ik zou nog kleinkinderen krijgen, ik zou samen met mijn man gaan zeilen op onze oude dag. Maar dat is er niet meer. Ik denk niet meer aan de toekomst. Die bestaat voor mij niet. Dat wil ik ook niet, het zou me alleen maar teleurstellen. Ik heb geen behoefte meer aan grote dingen, aan verre reizen.
Toen ik zeven jaar geleden borstkanker kreeg, had ik wél wensen. Ik wilde een eigen huis bouwen, ik wilde nog eens met mijn man (acteur George van Houts, red.) op het toneel staan en ik wilde naar Antarctica. Ik heb het allemaal gedaan. Antarctica was het ultieme. Met een zodiac door die enorme sculpturen van ijs varen, met dat prachtige licht en dan ineens een walvis die voorbij komt. Die stilte en die zuivere lucht. Nu zegt het leven: sorry, dit was het. Wat moet je dan nog wensen?
Boos zijn heeft geen zin
Toen na een longfoto bleek dat de borstkanker was uitgezaaid, wilde ik het face to face horen van de specialist. Zeg maar gewoon waar ik aan toe ben. Hij was heel streng: “50% haalt het eerste jaar niet, 25% sterft het tweede jaar.” Ik schrok enorm, maar binnen een week had ik door dat het geen zin heeft om boos te worden. Het is logisch om in het vreselijke te schieten. In het zwarte, het diepe, het enge. Maar dat drijft iedereen van je af. Ik koos ervoor om het zo snel mogelijk te accepteren. Als je kanker krijgt is het het moeilijkst om je leven opnieuw vorm te geven. Want wat doe je? Je raakt je werk kwijt, je moet van steeds meer dingen afscheid nemen. Ik kan niet meer fietsen. Ik hou van dansen, maar dat gaat niet meer. Autorijden gaat niet meer. De grootste angst is dat ik op bed kom te liggen en er niet meer uitkom. Het is zo’n grillige ziekte. Natuurlijk wil ik dit niet.(kan weg) Maar ik denk dat het in het leven de kunst is te leren omgaan met dat wat je niet gewenst had.
Een grotere intimiteit
Om dit hele zinloze een beetje zin te geven, wilde ik er iets mee doen. Zo ontstond het idee van de film. Want gek genoeg heeft dit alles ook een mooie kant. Je krijgt meer ruimte. Je maakt je om minder dingen druk. Je ziet het leven scherper. Zelfs in de slechtste situaties kan het je wat opleveren, en dat is waarom ik deze film wil maken. Geen documentaire, ik speel een rol. Maar die ligt heel dicht bij mij. Mijn gezin, mijn familie, de artsen, ikzelf; iedereen worstelt. Dat wil ik laten zien, zonder oordeel. Maar er is ook een andere kant. Je hoeft niet in je angst te kruipen, je hoeft niet depressief te worden, je hoeft je niet helemaal over te geven aan de medische wereld. Je kunt het ook gebruiken om een grotere intimiteit met je omgeving te krijgen. De stichting die ik heb opgericht om deze film te kunnen maken heet Ongeremd Delen, en dat is wat ik probeer. Maar het kost me soms verschrikkelijk veel moeite. Natuurlijk. Als ik alleen in bed lig en ik kan niet slapen kan ik enorme angsten krijgen. Dat ik mijn kinderen niet kan zien opgroeien. Het idee wat ons allemaal nog te wachten staat. Als ik daar bij stilsta, mijn god. Maar je zal het moeten doen...
Een puber zet zich af, ook nu
Ik was zelf 16 toen mijn vader kanker kreeg. Vijf jaar later overleed hij. Ik zag enorm veel pijn en verdriet van een man die afscheid moest nemen van het leven, die acht kinderen moest achterlaten, en dat niet kon. Maar er werd niet over gepraat. En ik was een puber, was me aan het afzetten, was druk met andere dingen. Ik was geen steun voor mijn ouders. Achteraf vind ik dat heel jammer. Ik ben daar nu veel mee bezig. Hoe doe ik dit met mijn eigen dochters? Ga ik brieven schrijven, een doos met spullen voor ze maken? Mijn jongste is lief en emotioneel. Ze vraagt hoe het gaat, wat de dokters zeggen. Ze wil steeds bij me zijn. Maar mijn oudste van 16 wil alleen maar weg. Ze heeft het druk, doet veel verschillende dingen. Ze vraagt nooit iets. Ik hoor wel van anderen dat ze er met hen over praat, maar niet met mij. Dat is niet uit onwil, je kunt dat een kind niet kwalijk nemen. Dat is zo als je 16 bent. Je moet je kunnen afzetten tegen je moeder en haar niet alleen maar zielig hoeven vinden. Iedereen doet het zoals hij het doet. Ik accepteer dat volledig.
Energie om los te laten
Laatst stond ik langs het voetbalveld te kijken naar mijn jongste dochter. Er kwam een andere moeder naast me staan, die ik niet kende. Ze legde een arm om mijn middel en pakte me vast. Zo stonden we even. Dat vond ik zo mooi, zo knap. Ze zei niets maar met dat simpele gebaar zei ze alles. Misschien is dat wel wat ik wil zeggen. Sluit je als patiënt maar ook als omstanders niet op. Probeer het gewoon. Als er geen hoop meer is op genezing, dan heb je iets anders nodig dan medicijnen. Een soort energie om los te laten. “Laten we elkaar een beetje helpen in dit leven, omdat het nou eenmaal eindig is.”
In 1997 kwam de film Broos uit waarin Leonoor Pauw één van vijf zussen speelt. Nu maakt ze met dezelfde actrices de film Brozer waarin een van de zussen (gespeeld door Leonoor) ongeneeslijk ziek is. Waar het heen gaat en hoe het eindigt weet niemand, omdat Leonoors leven de film dicteert, maar de boodschap is duidelijk. Dat je ook anders met kanker en kankerpatiënten kunt omgaan. Door niet weg te kruipen in angst, boosheid en depressie. Door ongeremd te delen.
Volg de ontwikkelingen van dit project op www.brozer.nl
We laten geen glamour en glitter zien. Geen wedstrijd. Of kanker als topsport. Maar “het andere gezicht” van omgaan met kanker en kanker-patiënten. Hoe je het zinloze zin kunt geven. Herkenbaar, humorvol en realistisch.
BROZER is een productie van Topkapi Films en PRPL in coproductie met de VPRO en HUMAN, met steun van het Nederlands Filmfonds en donateurs van de Stichting Ongeremd Delen.