BLOG 2013

1 | 2 | 3 | 4 | 5

BLOG 2012

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8
9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14
15

BLOG 2011

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8
9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14
15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20
21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27

BLOG 2010

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8

Volg ook Leonoor's Blog op de website van ZIN

Opnieuw naar het OLVG. Een afspraak met dokter D. Ze heeft mijn ene borst er ooit afgehaald. Ze zegt; ik dacht het al toen je met klachten over
benauwdheid kwam. We babbelen wat. Zoals ze dat zelf zegt. Ze wil doen wat ze kan doen. Ze wil er voor mij zijn. Wat ontzettend mooi. Ik pak haar hand en bedank haar. Zeg dat ze lief is. We praten over boten. Over de Albin Vega waar we dit weekend mee willen gaan varen. Ze weet het ook niet. We babbelen maar wat. Ik daag haar uit en zeg: "Als ik nog 10 jaar beetje aardig meekan is het goed wat mij betreft". Ze zegt; dat gaan we proberen met alles wat ik kan maar acht jaar zou al mooi zijn. En op dat moment weet ik genoeg. Ik zit diep, diep in de shit. Het is echt menens. Vanaf nu is het leven zeer kostbaar. Zijn man en kinderen me zeer kostbaar. Schiet het door mijn hoofd dat ik een groot deel van hun leven niet meer mee ga meemaken. En dat doet vreselijk pijn. Dit had ik niet zo bedacht.

Het is die ander die de momenten opeens bewust wil meemaken, het is die ander die opeens meer wil dan gewoon het moment dat al moeilijk genoeg is. Af en toe voel ik dat ik ziek ben. De longen, de lucht, de adem. Toch zie ik er goed uit. Het is tropisch warm. Mijn armen zitten onder de blauwe plekken van het prikken. Mijn spataderen staan op knappen. Mijn lichaam takelt langzaam af. En ik doe mijn best om alles te camoufleren met leuke zomerjurkjes,dure lipstick en verdrukt verdriet.

Ik vertrek met flinke tegenzin voor opname naar het OLVG. Geen
idee wat me te wachten staat. Ik meld me bij de longafdeling om 10.00 uur. Het is net koffietijd. Ik krijg alvast een bed toegewezen bij het raam en moet wachten. Tegenover me zit een Turks uitziende man met bontmuts op en een lang gestreepte jurk aan. In zijn schoot een handdoek vol bloed. Hij rochelt en spuugt er telkens in. Opeens zie ik de week voor me. Vieze, vreemde mannen die spugen, rochelen, hoesten en onverstaanbaar prevelen. Ik wil weg. Op dat moment komen er 2 jonge damesartsen op hakken binnen klakken en gaan bij mijn bed staan. Ik kan mijn tranen niet bedwingen. Ervaar een enorme weerzin. Dan moet ik afscheid nemen van man en jongste dochter en word ik in ene als patiënt naar beneden vervoerd door lange gangen en deuren die vanzelf openslaan. Ze brengen een drain aan in mijn rechterzij. Een arts in opleiding mag het voor het eerst doen. Ik heb geen zin om te protesteren. Er wordt een kastje aan me vast gekoppeld met cijfertjes erop en blauwe vloeistof erin. Pleuravocht staat er bovenaan geschreven. Met het kastje kan ik wat rondlopen. De drain doet pijn. En ik krijg een batterij pijnstillers. Binnen no-time stroomt het pleuravocht het kastje binnen. Een lichtgele kleur. Van powerlady tot patiënt. De Turk is verdwenen. De kamer is helemaal voor mezelf en dat is fijn. Ik kijk uit over Amsterdam. Zie Nemo, de Openbare Bibliotheek, en gigantische cruiseschepen boven Movenpick uitkomen. Af en toe loeit een sirene.

Er wordt een patiënt vanuit de intensive-care bij me op de kamer
binnengebracht. Een kleine Javaanse man. Hij heeft een klaplong gehad en rochelt aan één stuk door. Ik word er misselijk van. Doe vingers in mijn oren. Zet een koptelefoon op. Luister naar klassieke muziek. Daar word ik weer treurig van. Dus dan maar tv kijken en het gordijntje dichtschuiven. Mijn uitzicht beperkt zich nu direct en dit zal de komende week zo blijven. Ik zit gevangen achter een gordijn met om me heen vieze rochelende mannen die in slecht zittende onderbroeken door de gang lopen of in een rolstoel rijden met dikke buiken en getatoeëerde armen en zich tussen de bedrijven van het ziekenhuis door via de lift naar beneden gaan om in de tuin te roken. Als longarts zou ik dit
lastig vinden. Het ritueel van eten, drinken slapen, temperaturen, controles is begonnen. Voor je het weet ben je gehospitaliseerd. Het eerste bezoek komt langs. Ze nemen hun eigen schrik mee. Tranen, ongeloof en projectie. De oncoloog komt ook nog even bij mijn bed. Hij injecteert me met hormonen. Een nieuw soort spuit die even wat concentratie vereist, maar uiteindelijk lukt het. Dit krijg ik vanaf nu elke 3 maanden ingespoten.


Er werken hier zusters uit Kameroen, Suriname, Antillen, Duitsland, Polen en Nederland. Ze horen het gehoest en gerochel niet meer. Dat hoort nou eenmaal bij een longafdeling, Ik mag niet douchen en daarom poedel ik 2x daags met flinterdun washandje voor de wastafel in de wc die niet schoon is. Het vocht blijft maar lopen. Dus kan ik nog niet naar huis. Ondertussen sjouw ik met het plastic kistje en 2000 cc vocht door de gangen. Het is zo fijn als mijn gezinnetje op bezoek komt. Het is tropisch warm buiten, maar binnen is het koel. Ik stoor me aan een te vrolijke verpleger die blijkbaar denkt dat patiënten blij worden van zijn gezang door de gangen. Zo iemand die uitstraalt; ik ben wie ik ben en dat moet worden geaccepteerd anders kan ik niet functioneren. Mijn blik naar hem is niet mis te verstaan maar dat deert hem van geen kant. Als hij het maar leuk heeft. De pijn is minder geworden. Je went aan alles. Ook aan een drain die in de weg zit.


Mijn kastje is vervangen. Het zat vol. Mijn bed wordt schuin gezet en zo
kan het laatste restje vocht uit mijn lichaam lopen. De wet van de
communicerende vaten. Ik doe mijn best zo lang mogelijk te blijven liggen al krijg ik er flinke hoofdpijn van. Na 5 dagen hevelen gaan ze eindelijk beginnen. De ongfoto ziet er goed uit. Mijn Javaanse buurman heeft opnieuw een klaplong gekregen. Ik heb het gordijntje niet geopend en de toeters en bellen om me heen voor lief genomen. Voor de foto die op de kamer gemaakt werd ben ik een paar seconden de gang op gegaan en verder laat ik me niet wegsturen. Ik kan het hebben. Gevaar om me heen.


Nederland heeft de finale bereikt van de WK. Ik heb de wedstrijd met 2
dames van een andere afdeling op een flatscreen bekeken in een heerlijke relaxstoel. Wat dat betreft geen klagen. Het kost een paar centen " De Gezondheidszorg ", maar dan heb je ook wel wat. De hoestende heren komen in nicotine geneveld naar boven. Zou me niet verbazen als ze een biertje hebben weten te onderscheppen. Ze zijn uitgelaten over het voetbalresultaat dat ze op grote schermen in de mooi beschutte tuin hebben kunnen zien. Als ik me weer achter mijn gordijntje verschans denk ik te snappen hoe het is om onvrijwillig in een gevangenis te moeten zijn. Dit is min of meer vrijwillig maar het voelt behoorlijk opgesloten. Het bezoek van mijn Javaanse buurman neemt het niet zo nauw met de toegestane tijden en voert felle discussies over Bouterse. Ik mag even niet van bed en moet enorm plassen. Zo'n steek onder je kont is niks voor mij. De zuster schuift een stoel met een rammelende po erin naar binnen. Ik zit met mijn rug tegen het gordijntje aan. Kan het bezoek aan de andere kant bijna voelen. Ik wacht tot de stemmen zich wat verheffen om het eerste straaltje in de po te laten kletteren. God, wat een herrie. Wat gênant. Ze kunnen me horen plassen. Ik verkramp onmiddellijk. Wat nu? Ik sluit mijn ogen en op het ritme van het gesprek naast me plas ik beetje bij beetje mijn
bomvolle blaas leeg tot de steek bijna overloopt. Ik bel voor het eerst de
zuster. Ik ben klaar, zeg ik.

We laten geen glamour en glitter zien. Geen wedstrijd. Of kanker als topsport. Maar “het andere gezicht” van omgaan met kanker en kanker-patiënten. Hoe je het zinloze zin kunt geven. Herkenbaar, humorvol en realistisch.

BROZER is een productie van Topkapi Films en PRPL in coproductie met de VPRO en HUMAN, met steun van het Nederlands Filmfonds en donateurs van de Stichting Ongeremd Delen.

De film is klaar, maar we willen graag dat hij ook gezien wordt. Voor marketing en publiciteit is er nog geld nodig. Als u daaraan wilt bijdragen kunt u nog steeds doneren.


BrozerOngeremd Delen


picassa