BLOG 2013
1 | 2 | 3 | 4 | 5BLOG 2012
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 89 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14
15
BLOG 2011
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 89 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14
15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20
21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27
BLOG 2010
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8Ik krijg nog steeds zulke mooie brieven, kaarten, e-mails, bloemen en sms-jes van allerlei mensen. Dat troost. En het is ook gek, want ik ben er gewoon nog. Ik leef en zie er niet slecht uit. Wie weet kan ik nog wel wat jaartjes mee. Weer dat besef van tijd. Wanneer komt die genadeklap? Heb geen idee. Dit maakt me zo onrustig. Wat moet ik afbouwen, wat niet, wat moet ik opbouwen, wat niet. De ene dag is de andere niet. Laten we het daar maar ophouden.
Mister L. de oncoloog weer gezien. De man heeft immer haast. Het afvallen (nu al 5 kilo) komt door de kanker. Daar kun je niet tegenop eten. Nu nog mooi. Maar straks? We zullen het zien. De pijn onder de rechterrib is de lever. Dit laten we even zegt hij. Over 3 weken weer foto en bloed. Mocht de tumormarker nog weer beter zijn dan is het gunstig en dan kan de pijn van de lever ook veranderen. Er zat wel vocht in de longen. Verder gewoon doorleven. Handje schudden en weer weg. Wordt altijd wat depri na zo’n bliksem bezoekje.
Vandaag een bed besteld. Zo’n heerlijke boxspring. Daar kan ik straks veel in liggen. Nou ja wat een raar idee. De ene week denk ik dit was mijn laatste glaasje wijn. De andere week zit ik heerlijk te nippen van een mooie chardonnay in een chique restaurant. De ene week denk ik: “ik stop ermee”. De andere week maak ik weer stiekem plannetjes in mijn hoofd. Dit thema bespreek ik met mijn medisch-psycholoog. Ze noemt het leven tussen hoop en vrees. Dat is uitgezaaide kanker. Praten met je huisarts over hoe ze tegenover euthanasie staat en wakker worden met het idee dat alles een droom is. Ze raadt me aan het boek “blessuretijd” van S. Simons te lezen die deze tegenstelling beschrijft. Leven tussen vrees en hoop. Ik ga het bestellen bij de boekhandel.
Met een half oog heb ik een uitzending over kanker op de televisie gezien. Sta op voor kanker. Het was de bedoeling om zo veel mogelijk donaties binnen te slepen voor onderzoek. Ik vond het er knullig uitzien maar het resultaat was naar tevredenheid. Als er iets over kanker in de media komt volg ik het nu met meer aandacht. Kanker bestaat al 1000 jaar zegt een professor uit India. Ooit zullen we deze ziekte overwinnen. De afgelopen 50 jaar is er een enorme winst geboekt. Veel soorten kanker zijn nu chronisch geworden. We sporen de ziekte eerder op. Het is een sluimerende killer. Je voelt het niet. Ineens is het er. De killer. En ineens is ie wel voelbaar. Drukt het gezwel tegen je ribbenkast. En beneemt je de adem en het leven.
Godklere wat is dit een eenzaam proces. Ik neem bijna iedere avond een flinke slaappil. Wanneer ik dat niet doe lig ik de hele nacht te spoken. Het is de angst. Ik bedenk dat het leven zo wel af is. Mijn kinderen, mijn man, mijn werk, mezelf. Het is wel af zo. Klaar. Maar dit mag en kan je helemaal niet zeggen. Ja, dat kan wel. Nee, dat kan niet. Je kunt het niet zomaar overgeven. Waarom eigenlijk niet? Ik weet niet wat ik nog moet willen. Heb slechts dit ene moment dat ik deze woorden wegtik. Wat een gedoe zeg “leven”. Ik wil niet ziek zijn. Ik wil er nog bij horen. Mijn capaciteiten kunnen inzetten, daar waar nodig. Ik wil werken. Werken betekent nog niet opgegeven. Over 2 weken maken ze opnieuw een thorax foto en nemen ze bloed af. Als dan blijkt dat de tumoren door de medicijnen nog meer zijn geslonken dan wil ik weer vooruit denken. Ik wil nog niet afgeschreven worden. Ik weet pas 4 maanden dat ik uitgezaaide kanker in mijn longen en botten heb.
De onmenselijkheid van het “weten” dat je kort te leven hebt. Dat verdomde zwaard waar je maar niet los van komt. Het bungelt ergens boven je hoofd. Misschien is “niet weten” wel vele malen beter. Zo ging dat vroeger. Ik weet het niet. Het lukt me niet om mezelf voor de gek te houden. Te doen alsof de kanker er niet is. Te doen alsof de kanker te genezen valt. Te doen alsof er gewoon helemaal niets aan de hand is. Dat lukt me gewoonweg niet. Gisteren samen met George naar de medisch-psycholoog. In de kern hebben we er niet zo veel aan. Daar moet een doorgewinterde oudere man of vrouw tegenover ons zitten die in één oogopslag weet wie we zijn en waar we staan in dit hele proces. Nu hoor ik de vragen die uit een boekje komen en laat ze onbeantwoord. Voor mij was het wel fijn om me in anonimiteit te laten gaan. Lekker huilen en een stapeltje natte tissues achterlaten.
Ik kijk vanuit de bank naar mijn brave kinderen die in stilte huiswerk zitten te maken. Zo’n simpel beeld geeft geluk en doet me pijn. Ze werken voor later, denk ik. Om wat te worden? Actrice of filmmaker, huisvrouw, model, schrijver of misschien wel niets. Gewoon een goed mens zijn. Met aandacht voor de dingen om je heen. Ik leer ze dat het belangrijk is om één kunstje heel erg goed te beheersen in het leven. Of je nou hoog in de piste in de touwen zwaait, of een record aantal aanslagen per minuut op je toetsenbord aanslaat. Zorg dat je iets heel goed kan.
Maandagochtend en zoals altijd weer naar het OLVG en dokter L. De oncoloog constateert met spijt dat het medicijn arimidex toch niet heeft gedaan wat de verwachting was. De tumormarker heeft aangegeven dat het zich niet doorzet en ten opzichte van de vorige keer verslechterd is. Dat vermoeden had ik al. Er zit nog steeds vocht in de longen, maar dat heeft zich wel gestabiliseerd. De foto geeft hetzelfde beeld als de vorige keer. Het vocht kan worden weggehaald. Waarom ik toch benauwder ben is nog even de vraag. Vorige keer zijn er wel vlekjes op de ct-scan v.d. longen gezien en dat kan een oorzaak zijn. Ik moet dus aan de chemo. Dat hebben we besproken en daar gaan we na onze vakantie mee starten. Welke en hoe daar wordt dan pas over beslist. Om de tussenliggende periode toch te benutten krijg ik iedere 2 weken injecties waarvan ze nu al zeggen dat het hoogstwaarschijnlijk niets zal doen. Verder heb ik nog de lucrin injecties iedere 3 maanden. Hoe moet je dit zien? Eerlijk gezegd weet ik het ook niet meer. Je kunt zeggen, tot nu toe hebben behalve de verkleving v.d. longen de medicijnen niet geholpen om de kanker tegen te gaan. Dan denk je toch: dat het proces in mijn geval dus langzaam gaat. Dus dat is gunstig lijkt me. Ik zie enorm tegen de chemo op. Daar zijn ook weer mogelijkheden voor. Dus geen infuus, maar pillen, waardoor je meestal geen haaruitval krijgt. Daarna willen ze weer terug naar de Arimidex. Mits er geen andere organen moeilijk gaan lopen doen. Al met al is het prijsschieten op een klote ziekte en hopen dat het nog even leuk blijft voor me. Misschien ga ik wel blowen, ha, ha, zodat het onmenselijke van het weten wat verzacht wordt in mijn kop. De kracht van mijn geest werkt naar twee kanten. Ik heb er jaren baat bij gehad in werk en privé, maar keert zich nu soms tegen me.
Mister L. de oncoloog weer gezien. De man heeft immer haast. Het afvallen (nu al 5 kilo) komt door de kanker. Daar kun je niet tegenop eten. Nu nog mooi. Maar straks? We zullen het zien. De pijn onder de rechterrib is de lever. Dit laten we even zegt hij. Over 3 weken weer foto en bloed. Mocht de tumormarker nog weer beter zijn dan is het gunstig en dan kan de pijn van de lever ook veranderen. Er zat wel vocht in de longen. Verder gewoon doorleven. Handje schudden en weer weg. Wordt altijd wat depri na zo’n bliksem bezoekje.
Vandaag een bed besteld. Zo’n heerlijke boxspring. Daar kan ik straks veel in liggen. Nou ja wat een raar idee. De ene week denk ik dit was mijn laatste glaasje wijn. De andere week zit ik heerlijk te nippen van een mooie chardonnay in een chique restaurant. De ene week denk ik: “ik stop ermee”. De andere week maak ik weer stiekem plannetjes in mijn hoofd. Dit thema bespreek ik met mijn medisch-psycholoog. Ze noemt het leven tussen hoop en vrees. Dat is uitgezaaide kanker. Praten met je huisarts over hoe ze tegenover euthanasie staat en wakker worden met het idee dat alles een droom is. Ze raadt me aan het boek “blessuretijd” van S. Simons te lezen die deze tegenstelling beschrijft. Leven tussen vrees en hoop. Ik ga het bestellen bij de boekhandel.
Met een half oog heb ik een uitzending over kanker op de televisie gezien. Sta op voor kanker. Het was de bedoeling om zo veel mogelijk donaties binnen te slepen voor onderzoek. Ik vond het er knullig uitzien maar het resultaat was naar tevredenheid. Als er iets over kanker in de media komt volg ik het nu met meer aandacht. Kanker bestaat al 1000 jaar zegt een professor uit India. Ooit zullen we deze ziekte overwinnen. De afgelopen 50 jaar is er een enorme winst geboekt. Veel soorten kanker zijn nu chronisch geworden. We sporen de ziekte eerder op. Het is een sluimerende killer. Je voelt het niet. Ineens is het er. De killer. En ineens is ie wel voelbaar. Drukt het gezwel tegen je ribbenkast. En beneemt je de adem en het leven.
Godklere wat is dit een eenzaam proces. Ik neem bijna iedere avond een flinke slaappil. Wanneer ik dat niet doe lig ik de hele nacht te spoken. Het is de angst. Ik bedenk dat het leven zo wel af is. Mijn kinderen, mijn man, mijn werk, mezelf. Het is wel af zo. Klaar. Maar dit mag en kan je helemaal niet zeggen. Ja, dat kan wel. Nee, dat kan niet. Je kunt het niet zomaar overgeven. Waarom eigenlijk niet? Ik weet niet wat ik nog moet willen. Heb slechts dit ene moment dat ik deze woorden wegtik. Wat een gedoe zeg “leven”. Ik wil niet ziek zijn. Ik wil er nog bij horen. Mijn capaciteiten kunnen inzetten, daar waar nodig. Ik wil werken. Werken betekent nog niet opgegeven. Over 2 weken maken ze opnieuw een thorax foto en nemen ze bloed af. Als dan blijkt dat de tumoren door de medicijnen nog meer zijn geslonken dan wil ik weer vooruit denken. Ik wil nog niet afgeschreven worden. Ik weet pas 4 maanden dat ik uitgezaaide kanker in mijn longen en botten heb.
De onmenselijkheid van het “weten” dat je kort te leven hebt. Dat verdomde zwaard waar je maar niet los van komt. Het bungelt ergens boven je hoofd. Misschien is “niet weten” wel vele malen beter. Zo ging dat vroeger. Ik weet het niet. Het lukt me niet om mezelf voor de gek te houden. Te doen alsof de kanker er niet is. Te doen alsof de kanker te genezen valt. Te doen alsof er gewoon helemaal niets aan de hand is. Dat lukt me gewoonweg niet. Gisteren samen met George naar de medisch-psycholoog. In de kern hebben we er niet zo veel aan. Daar moet een doorgewinterde oudere man of vrouw tegenover ons zitten die in één oogopslag weet wie we zijn en waar we staan in dit hele proces. Nu hoor ik de vragen die uit een boekje komen en laat ze onbeantwoord. Voor mij was het wel fijn om me in anonimiteit te laten gaan. Lekker huilen en een stapeltje natte tissues achterlaten.
Ik kijk vanuit de bank naar mijn brave kinderen die in stilte huiswerk zitten te maken. Zo’n simpel beeld geeft geluk en doet me pijn. Ze werken voor later, denk ik. Om wat te worden? Actrice of filmmaker, huisvrouw, model, schrijver of misschien wel niets. Gewoon een goed mens zijn. Met aandacht voor de dingen om je heen. Ik leer ze dat het belangrijk is om één kunstje heel erg goed te beheersen in het leven. Of je nou hoog in de piste in de touwen zwaait, of een record aantal aanslagen per minuut op je toetsenbord aanslaat. Zorg dat je iets heel goed kan.
Maandagochtend en zoals altijd weer naar het OLVG en dokter L. De oncoloog constateert met spijt dat het medicijn arimidex toch niet heeft gedaan wat de verwachting was. De tumormarker heeft aangegeven dat het zich niet doorzet en ten opzichte van de vorige keer verslechterd is. Dat vermoeden had ik al. Er zit nog steeds vocht in de longen, maar dat heeft zich wel gestabiliseerd. De foto geeft hetzelfde beeld als de vorige keer. Het vocht kan worden weggehaald. Waarom ik toch benauwder ben is nog even de vraag. Vorige keer zijn er wel vlekjes op de ct-scan v.d. longen gezien en dat kan een oorzaak zijn. Ik moet dus aan de chemo. Dat hebben we besproken en daar gaan we na onze vakantie mee starten. Welke en hoe daar wordt dan pas over beslist. Om de tussenliggende periode toch te benutten krijg ik iedere 2 weken injecties waarvan ze nu al zeggen dat het hoogstwaarschijnlijk niets zal doen. Verder heb ik nog de lucrin injecties iedere 3 maanden. Hoe moet je dit zien? Eerlijk gezegd weet ik het ook niet meer. Je kunt zeggen, tot nu toe hebben behalve de verkleving v.d. longen de medicijnen niet geholpen om de kanker tegen te gaan. Dan denk je toch: dat het proces in mijn geval dus langzaam gaat. Dus dat is gunstig lijkt me. Ik zie enorm tegen de chemo op. Daar zijn ook weer mogelijkheden voor. Dus geen infuus, maar pillen, waardoor je meestal geen haaruitval krijgt. Daarna willen ze weer terug naar de Arimidex. Mits er geen andere organen moeilijk gaan lopen doen. Al met al is het prijsschieten op een klote ziekte en hopen dat het nog even leuk blijft voor me. Misschien ga ik wel blowen, ha, ha, zodat het onmenselijke van het weten wat verzacht wordt in mijn kop. De kracht van mijn geest werkt naar twee kanten. Ik heb er jaren baat bij gehad in werk en privé, maar keert zich nu soms tegen me.
We laten geen glamour en glitter zien. Geen wedstrijd. Of kanker als topsport. Maar “het andere gezicht” van omgaan met kanker en kanker-patiënten. Hoe je het zinloze zin kunt geven. Herkenbaar, humorvol en realistisch.
BROZER is een productie van Topkapi Films en PRPL in coproductie met de VPRO en HUMAN, met steun van het Nederlands Filmfonds en donateurs van de Stichting Ongeremd Delen.
De film is klaar, maar we willen graag dat hij ook gezien wordt. Voor marketing en publiciteit is er nog geld nodig. Als u daaraan wilt bijdragen kunt u nog steeds doneren.