BLOG 2013
1 | 2 | 3 | 4 | 5BLOG 2012
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 89 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14
15
BLOG 2011
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 89 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14
15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20
21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27
BLOG 2010
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8BLOG 4
Ik regisseer mezelf langzaam het leven uit!
Bepaalde vragen worden mij al niet meer gesteld. Waarom niet? Ik draag niet meer bij tot de oplossing van het probleem op dat moment. De kinderen lossen het zelf op of zoeken de juiste persoon die het voor ze kan oplossen. Ze bereiden zich voor op een leven zonder mij. Nog niet wetende wat dat zal zijn. Dat doet me pijn.
Zonder angst luisteren naar de angst van de ander! Lang alleen zijn in huis vind ik niet meer zo prettig. Het zal mijn angst zijn dat er iets onverwachts voorvalt met dat onbetrouwbare lijf van me.
Het gaat om de kwaliteit van de aandacht. Niet om de aandacht.
Mijn oudste dochter is 18 jaar geworden. Mijn taak zit er op. Voor de wet is ze volwassen. Ik kan hier en daar nog wat bijsturen. Meer zit er niet in. Ze rookt. Niet veel. Maar als ik eerlijk ben kan ik haar dus niet dat felbegeerde dure rijbewijs als cadeau gaan geven. Dat zou tegenover mijn jongste dochter niet fair zijn. Dat is een sportieve meid die absoluut niets met tabak en drank heeft. Dilemma? Ja. Is er een compromis mogelijk? Zoiets als; “wij betalen de eerste 10 lessen als ouders en als je in de tussentijd stopt, dan volgt de rest”! Daarentegen zie je steeds meer jongeren die helemaal geen auto willen leren rijden. Ze vinden het OV prima. Voor het milieu en om lekker met je laptop of I-Phone op schoot te kunnen spelen of werken. Hun lichaamshouding is naar binnen gericht en niet naar buiten. Er is geen ruimte voor de beweging die zich op de weg afspeelt. Het drukke verkeer, de lichtjes, files, de borden. Er is plaats voor datgene wat ze zelf in de hand hebben en elk moment kunnen sturen zoals ze dat zelf willen of van dromen. Maar voor ieder mens geldt dat de werkelijkheid zich onverwachts aan je opdringt en onoverkomelijk kan zijn. Vooral in tegenslagen. Leren omgaan met datgene wat je niet gewenst had. Dat is bijna een levenslang leerproces. Mijn oudste dochter doet eindexamen gymnasium. Nog een krappe twee maanden en dan heeft ze hopelijk haar diploma in haar zak. De wereld staat volledig voor haar open. Keuzes te over. Talloze studie mogelijkheden, cursussen, reizen, baantjes, niks doen, vrijwilligerswerk, noem maar op. Het zal een “tussenjaar” worden. Ik zal er hoogstwaarschijnlijk niet meer zijn. De dood zal dit jaar voor het eerst in haar leven komen. Ik was 21 toen mijn vader aan kanker stierf en kon dat toen nauwelijks aan. De dood. Dat stopte je zo snel mogelijk heel ver weg. Dat werd niet bewust gedeeld. Ook niet met je broers en zussen. En zeker niet met je moeder. Als je naar haar gezicht keek, zag je zo veel verdriet en angst en spanning. Dat was eng. Je keek de andere kant op en hoopte dat het snel voorbij zou gaan. Maar dat was niet zo. Acht kinderen zwermden om haar heen. Ze zochten allemaal genegenheid en een beetje sturing. Maar moeders lichaamshouding was niet goed te peilen. Ze moest leren omgaan met iets groots dat ze niet had durven en kunnen voorzien. De dood van haar man en de eenzaamheid van de mens hoe daar mee om te gaan. Na een paar maanden trok ze haar zwarte mantelpakje uit en gingen de gordijnen overdag weer open in de huiskamer. Ik zag het als een teken. Durfde weer te glimlachen. Een grapje te maken. Zo stuurde ik mijn moeder beetje bij beetje weer het gewone leven in.
Zo’n laatste aftocht naar het einde toe is niet in polonaise te lopen. Een sliert vrolijkheid zit er niet in. Handen bij elkaar stevig op de schouder, in stilte zwaaien dat je eraan komt. Ik moet nog achterom kunnen kijken. Weten dat het goed is. Vrede hebben.
Verdriet duw ik ver weg. Tranen kosten me gewoon ook te veel energie.
De radio is een ontdekking. Ik lig met mijn oortje in te luisteren naar allerhande gesprekken. Tot diep in de nacht. Dat geeft rust. Mensen die met elkaar praten over vogeltjes, wetgeving, dopinggebruik, armoede, koekenpannen, enzv…
Mijn paspoort is bijna verlopen. Wat zal ik doen? Toch raar om zo’n beslissing te moeten nemen. Ik heb geen paspoort meer nodig.
Mijn billen zijn er niet meer. Verdwenen. Met de grote verdwijntruc. Een zakje opgedroogd vel hangt aan mijn lijf. De eerste tekenen van het doorliggen zijn zichtbaar. (decubitus)
Ik lig in bad op een matje van lucht. Het is lekker. Het is even wat anders.
Ik ben een patiënt geworden. Een uitgeknepen lijf. Onder de 55 kilo is mijn grens heb ik altijd gezegd. Maar die grens zal ik hoogstwaarschijnlijk wel weer opschuiven.
Eten, drinken, wassen, aankleden. Dat zijn bergen verzetten. Dat doe je niet tussen de bedrijven door.
De benauwdheid is weer onder controle. Wat mij betreft wachten we met “zuurstof”. Jezelf aan een apparaat aansluiten. Ik heb het er niet zo op.
Veiligheid en bescherming. Dat zijn sleutelwoorden voor me. Weten dat men er voor je is.
Heb mijn toekomst toch wat te rooskleurig ingeschat. Jammer. Nu ben ik te laat. Dat stoort me.
Soms kan ik me verslikken. Zomaar in ene. Dan ratel en reutel ik als een kapotte machine die het begeeft. Heel eng. Ook voor mijn omgeving.
Er zijn van die nachten dan schuiven we als het echtpaar uit de film Amour door het donker met bakjes kots, natte washandjes, gekreun en gejammer. Radeloos zoekend naar verlichting en verlangend naar de slaap die rust zal brengen in het gevecht van het lijf om zich te verlossen van al het kwade.
Afscheid van het “vleselijke” valt me heel zwaar. Geen commentaar.
Morgen komt de Buurtzorg. Begin van het verlies van zelfstandigheid. “Vreemde handen” die me verlichting zullen geven. Die me mijn energie helpen bewaren en koesteren zodat er nog wat rest voor andere zaken.
Mijn (man)telzorger George is de beste!!
Kanker heb je niet alleen. Kanker heb je met het hele gezin. Maar vooral met je partner samen. Iedereen moet op zijn tijd kunnen ontvluchten. Bewust of onbewust. Als je maar ontsnapt. Stiekem. Openlijk. Met stampij. Of in stilte. Wegwezen!
Vanaf volgende week komt er drie keer hulp bij wassen en aankleden. Ik word nerveus van het idee.
Vanmorgen hebben ze een speciaal matras gebracht om “decubitus” (doorliggen) tegen te gaan. En een mintgroene plastic stoel voor onder de douche. In mijn rolstoel ligt nu ook een speciaal kussen. Het begin van het einde is hiermee verder ingezet. Dat emotioneert me. Net als het feit dat je eigen lichaam je eigen lichaam niet meer is.
De dame van de thuiszorg droogt me behoedzaam af.
George is jarig. 55 jaar. Onze dochters hebben een schitterend mooie foto laten maken.
Moon Jansen (foto)
Het bootje staat voor het verder varen!
We laten geen glamour en glitter zien. Geen wedstrijd. Of kanker als topsport. Maar “het andere gezicht” van omgaan met kanker en kanker-patiënten. Hoe je het zinloze zin kunt geven. Herkenbaar, humorvol en realistisch.
BROZER is een productie van Topkapi Films en PRPL in coproductie met de VPRO en HUMAN, met steun van het Nederlands Filmfonds en donateurs van de Stichting Ongeremd Delen.
De film is klaar, maar we willen graag dat hij ook gezien wordt. Voor marketing en publiciteit is er nog geld nodig. Als u daaraan wilt bijdragen kunt u nog steeds doneren.